Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer

 
km.100 * bedrag A + 10 * bedrag B
1
De kamerleden ontvangen ter vergoeding voor verblijfkosten een bedrag waarvan de hoogte afhankelijk is van de afstand van de woonplaats van het kamerlid of het door het kamerlid bewoonde deel van de woonplaats tot het gebouw van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
2
De hoogte van het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt berekend als volgt:
km.100 * bedrag A + 10 * bedrag B
10
km.100 * bedrag A + 40 * bedrag B
75
km.55 * bedrag A + 85 * bedrag B
150
km. en meer:140 * bedrag B
waarbij bedrag A gelijk is aan de som van de voor dienstreizen van het burgerlijk rijkspersoneel vastgestelde bedragen voor vergoeding wegens verblijfkosten van een lunch en een avondmaaltijd en voor kleine uitgaven overdag en ?s avonds en bedrag B gelijk is aan de som van de voor dienstreizen van het burgerlijk rijkspersoneel vastgestelde bedragen voor vergoeding wegens verblijfkosten van de maaltijden en het logies en voor kleine uitgaven overdag en ?s avonds. De vergoeding behorend bij afstanden, afgerond op hele kilometers, tussen de in bovenstaand schema genoemde afstanden, wordt berekend naar evenredigheid met het verschil tussen de in het schema aangegeven vergoedingen bij de naast hogere en naast lagere afstand. Het bedrag van de vergoeding wordt afgerond op hele euro's.
3
Het kamerlid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte heeft aanspraak op een vergoeding van € 500,- per maand indien de afstand van de woonplaats van het kamerlid of het door het kamerlid bewoonde deel van de woonplaats tot het gebouw van de Tweede Kamer der Staten-Generaal groter is dan 75 km en hij voor de uitoefening van het kamerlidmaatschap beschikt over huisvesting voor verblijf in of nabij ?s-Gravenhage.
4
Ten aanzien van een kamerlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt het bedrag, berekend met toepassing van het tweede lid, vermenigvuldigd met 100/P, waarbij P wordt berekend door het getal 100 te verminderen met het getal van het hoogste tarief, bedoeld in kolom IV van artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting 2001.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AT9505, Eerste aanleg - meervoudig, BK-03/3083
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    12-07-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    De bijdrage van het Europees Parlement aan het vrijwillig pensioen van belanghebbende is belast. Er is geen sprake van opgewekt vertrouwen. Een oogmerk van begunstigende behandeling is niet aannemelijk geworden. De individuele bijdrage van belanghebbende aan het het vrijwillig pensioen is niet aftrekbaar. Artikel 22 OESO modelverdrag is van toepassing.
  •